Stel je voor een cliënt heeft een angst en daardoor angstaanvallen. Gebeurtenis: In haar jeugd is ze veel geslagen door haar vader die aan de alcohol is. Dit is een nare ervaring en kan daardoor zijn dat ze nachtmerries heeft. Of ook al is ze in haar vertrouwde omgeving klachten krijgt. Die klachten zijn bv. hyperventilatie, veel spanning in het lichaam, alertheid etc. De trigger is bijvoorbeeld, als iemand abrupt iets wil pakken.

Tijdens een EMDR-sessie wordt een specifieke reeks stappen gevolgd om de cliënt = c. te begeleiden naar herstel.

1. Anamnese en Voorbereiding:

De therapeut begint met een grondige evaluatie van de c. geschiedenis en identificeert de specifieke traumatische herinnering die moeten worden aangepakt. Hierbij wordt ook gekeken naar de huidige emotionele en psychologische toestand van de c. Vervolgens wordt de c.voorbereid op de EMDR-ervaring en wordt er gezorgd voor een veilige therapeutische omgeving.

2. Desensitisatie:

Tijdens deze fase richt de therapeut de aandacht van de c. op de traumatische herinnering terwijl er tegelijkertijd afleidende stimuli worden geïntroduceerd. Dit kan gebeuren door middel van oogbewegingen, tikken of auditieve signalen. De bedoeling is de emotionele lading van de herinnering te verminderen en adaptieve verwerking te stimuleren.

3. Reprocessing:

In deze fase worden de geassocieerde gedachten, gevoelens en lichamelijke sensaties opnieuw beoordeeld en aangepast. De c. wordt aangemoedigd om nieuwe, positievere overtuigingen te ontwikkelen die de oude, negatieve overtuigingen vervangen. Dit draagt bij aan een gezondere emotionele reactie op de traumatische ervaring.

4. Verankering:

De laatste fase van een EMDR-sessie richt zich op het versterken van positieve zelfwaardering en het verankeren van de bereikte vooruitgang. De c. wordt aangemoedigd om te reflecteren op de veranderingen en te erkennen hoe de perceptie van de traumatische herinnering is verschoven.